“Nederland heeft een goede positie op het gebied van logistieke stromen en datastromen. Die moeten we met elkaar verknopen.” Dat stelt Mark Frequin van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu bij de start van het jaarlijkse congres van de Topsector Logistiek. Hij krijgt bijval van trendwatcher Sander Duivestein, die een toekomst ziet met decentrale netwerken waarin data fungeren als de nieuwe olie. “Elk bedrijf wordt een technologiebedrijf.”
Dat Nederland een vooraanstaande positie in de logistiek bekleedt, is bekend. Minder bekend is de sterke positie van Nederland op het gebied van data. Internationale bedrijven vestigen hun datacenters graag in Nederland, dichtbij het internet-knooppunt in Amsterdam. “En als er ergens kabels de oceaan uitkomen, dan is dat wel in Nederland. We hebben een geweldige infrastructuur en een grote beschikbaarheid van breedband internet”, stelt Frequin, directeur-generaal Bereikbaarheid op het Ministerie van Infrastructuur & Milieu.
Processen versnellen
Als we erin slagen die goederenstromen en datastromen te verknopen, kunnen we uitgroeien tot het meest slimme logistieke land ter wereld. Frequin verwijst naar het Neutraal Logistiek Informatieplatform (NLIP), dat verladers, expediteurs, vervoerders, mainports en overheden in staat moet stellen met elkaar informatie te delen. “Veel partijen snappen inmiddels dat we processen kunnen versnellen als we op voorhand informatie delen. Zaak is om afspraken te maken over data, interfaces en standaarden op dat gebied.”
Frequin roept bedrijven op om hun data te ontsluiten en daardoor meer waarde te creëren. Hij laat een plaatje zien van Dagobert Duck die zwemt in zijn geldpakhuis. “Eén ding weten we zeker van Dagobert: zijn geld gaat het pakhuis niet uit. Dat mag niet met data gebeuren. Die moeten we gebruiken. Ook als overheid doen we daaraan mee. We hebben met de douane, belastingdienst en Rijkswaterstaat veel data die we graag beschikbaar stellen en omzetten in zinvolle informatie.”
Decentrale netwerken
Na Frequin roept ook trendwatcher Sander Duivestein bedrijven op om vooral vaart te maken. Na het tonen van een groot aantal technologische innovaties geeft hij aan dat we in een tijdperk van versnelde verandering leven. “We gaan van lineaire naar exponentiële verandering. Het probleem is dat veel bedrijven geneigd zijn de problemen in stand te houden waarvoor ze zelf ooit de oplossing waren.”
Frequin voorziet een toekomst waarin we gaan van centraal georganiseerde bedrijven naar decentrale netwerken. Data fungeren in die netwerken als de nieuwe olie. “Kijk naar Uber dat zelf geen enkele taxi bezit of Airbnb dat geen enkel kamer heeft. Dat zijn bedrijven waar minder dan vijfduizend mensen werken, maar die wel miljarden waard zijn. We gaan richting een geautomatiseerde economie waarin technologie niet alleen meer spierkracht, maar ook steeds meer denkkracht overneemt.
Nimber en SKUchain
Uber-achtige concepten dringen inmiddels ook door in de logistiek. Duivestein noemt Nimber, een peer-to-peer service dat mensen in staat stelt producten van A naar B te versturen met mensen die toch al die kant op gaan. Een ander voorbeeld is SKUchain, een bedrijf dat op basis van blockchain-technologie producten bouwt voor internationale handel en supply chain finance. “Maar denk ook aan een frisdrankautomaat die zelf een verzoek stuurt om de voorraad bij te vullen. Wie het eerst reageert, krijgt uitbetaald in bitcoins.”
Wat de toekomst ook brengt, de enige constante is dat we in een tijdperk van versnelde verandering leven. Duivestein spoort de 1100 toeschouwers op de tribune van de Amsterdam Arena aan: “Elk bedrijf wordt een technologiebedrijf. Ga alstublieft aan de slag. En denk vooral niet dat het uw tijd wel zal duren. Dat is echt niet zo.”
Marcel te Lindert – Journalist logistiek en supply chain