Op de dag dat de Wetenschappelijke Raad voor
Regeringsbeleid (WRR) een rapport over robotisering uitbracht, hoorde ik in de
auto op Radio 1 een debat over dit onderwerp. Het onderwerp werd ingeleid met
een geluidsfragment waarin een man – waarschijnlijk van een vakbond – vertelde
over de ‘robotstem’ die medewerkers van de distributiecentra van Albert Heijn
via een koptelefoon vertelt wat ze moeten doen. In hetzelfde fragment vertelde
de man dat de medewerkers zich opgejaagd voelen omdat iedereen de
100-procentsnorm wil halen. Dat verleidde de presentatrice ertoe om de robotstem
en de ‘opjaagnorm’ met elkaar in verband te brengen en te spreken van een robot
die mensen opjaagt. Nog voordat het debat begonnen was, zat ik me al te ergeren
aan de toon ervan.
Allereerst voert het natuurlijk te ver om voicepicking
een als een uitwas van robotisering te beschouwen. De orderpickers van Albert
Heijn kregen altijd al instructies over picklocaties en aantallen, alleen
ontvingen ze die vroeger op papier of via het scherm van een handheld terminal.
Nu dat via een headset gebeurt, klinkt het opeens een stuk enger. Ongetwijfeld
zit niet iedereen op deze technologie te wachten, zoals die ene groothandel die
afzag van voicepicking om de oproepkrachten – voornamelijk huisvrouwen – niet de
mogelijkheid te ontnemen om met elkaar een praatje te maken. Ik ben er echter
vrij zeker van dat grote groepen mensen het helemaal niet erg te vinden om hun
opdrachten ingefluisterd te krijgen.
Wat in het geluidsfragment ook niet aan bod kwam, zijn
de bijkomende voordelen die voicepicking voor de orderpickers zelf heeft. Denk
aan de verbetering van de ergonomie omdat orderpickers hun handen vrij hebben en
niet eerst hun terminal of hun picklijst moeten wegleggen om een artikel te
kunnen pakken. Op de Logistica werd nog maar weer eens het concept gepresenteerd
waarbij orderpickers stapelinstructies krijgen. Inderdaad, orderpickers hoeven
dan nog minder na te denken. Maar kijk eens hoe vaak ze hun pallets of
rolcontainers moeten herstapelen omdat anders niet alles erop past of de stapel
dreigt om te vallen. Is dat iets wat orderpickers wel graag doen?
Ik stoor me aan twee zaken in het publieke debat over
automatisering en robotisering. De eerste is de vernauwing van de discussie tot
het perspectief van de arbeidskracht. Heeft die straks nog wel werk als de
robots daadwerkelijk de werkvloer innemen? Natuurlijk verdient dat aspect veel
aandacht, maar we moeten niet uit het oog verliezen dat automatisering en
robotisering ook leidt tot een hogere efficiëntie, minder kosten, minder fouten,
minder fysieke klachten en vaak ook een lager energieverbruik. Of anders gezegd:
automatisering en robotisering bieden kansen om op verschillende niveaus de
duurzaamheid te verbeteren.
Het tweede punt betreft de opvatting van de
arbeidskrachten zelf. Vinden zij het erg dat het karakter van hun werk veranderd
door de toenemende automatisering of robotisering van de werkvloer? Vinden zij
het vervelend dat zij meer werk kunnen verzetten omdat een softwaresysteem heeft
uitgerekend hoe het werk het meest efficiënt over iedereen kan worden verdeeld?
Balen ze ervan als het systeem hen wijst op een fout die ze anders achteraf met
meer inspanning hadden moeten herstellen? Is het hen ooit gevraagd? Ik moet
denken aan de assemblagemedewerkers in de autofabriek van Audi in Ingolstadt.
Zij krijgen de onderdelen nu in de juiste volgorde en op het juiste moment
aangereikt door robots, zodat ze niet meer zelf hoeven te zoeken en tillen. Zij
kunnen zich nu beter concentreren op het monteren van die onderdelen.
Wat de radiopresentatrice in ieder geval duidelijkheid
heeft gemaakt, is de grote onbekendheid bij veel mensen over de ongekende
technologische mogelijkheden die nu al bestaan. Ik pleit daarom voor een fraai
vormgegeven tv-serie over de slimme technologieën die Nederlandse bedrijven
toepassen. Ik denk onder meer aan een documentaire over het vernuft van de
honderden shuttles waarmee de orders van Wehkamp binnen een half uur gereed
kunnen worden gemaakt. Of over de slimme algoritmes voor het zo efficiënt
mogelijk verdelen van taken in een warehouse over de beschikbare medewerkers.
Een dergelijk programma dat de schoonheid van technologie laat zien, is niet
alleen goed voor het imago van de sector maar neemt wellicht ook de angst voor
automatisering en robotisering een beetje weg.
In Engeland gebeurt dat af en toe al. De BBC
bijvoorbeeld zendt op woensdag 23 december om 22.30 uur een documentaire uit die
laat zien hoe de online- en logistieke afdeling van warenhuisketen John Lewis
zich voorbereiden op de drukke decembermaand. Noteer het in
je agenda.
Marcel te Lindert – journalist logistiek en supply chain